wanneer de
poort van de goden
gesloten
wordt
en het licht
geen schaduw
meer heeft
is er amper
nog nacht
het ogenblik
waarin alle eeuwigheid is vervat
het eeuwige
tegenwoordige
met noch tijd
noch ruimte
is
witte rozen
worden gekoesterd
vuren worden
ontstoken
als schimmen
van
hoop
de vlammen
als bron van leven
worden
geboren
in liefde
Vivaldi
weerklinkt
als het
afscheid
voor de
welverdiende rust
met een blik
een handdruk
een omhelzing
wordt
bezegeld
en wanneer de
natuur
opnieuw
ontwaak
en de poort
van de mensen
ontsloten is
keren we
terug
en
zullen
opnieuw vruchten uit
onze arbeid
leren putten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten