donderdag 22 november 2012

herinneringen


jij Etienne tekende voor ons

een vriendschapspad

we bewandelden het samen met jou

het was schitterend

vol genegenheid

schetste je met vaste hand

jouw plan

nooit wanhopen

was je credo



jouw dienstbaarheid

jouw liefde

jouw vriendschap

jouw voorkomendheid

alles staat geregistreerd

gebeiteld op onze ziel

gegrift in ons geheugen



met innige dankbaarheid

stijgen deze herinneringen zwevend

naar onze geest

om samen te smelten

in het gedeelde

geheel

dat wij vormen



bonne route Etienne

maandag 17 september 2012

vertwijfeling


terwijl de zon

te haastig verdwijnt

aan de einder

naar waar ik

in gedachten reis

getuigt de maan

van mijn wilde

chaotische

overpeinzingen

die kant noch wal

raken



waarom kan ik

geen orde scheppen

in mijn verlangens

en keuzes maken

tussen de aangereikte

paden?



waarom zijn mijn struikelblokken

steeds zo intens

aanwezig

en kan ik geen

hulp aanvaarden

bij het opruimen?



waarom blijf ik koppig

volharden

en ga ik verder

op de gekozen weg

die steeds

zinlozer lijkt te worden?



zal ik de oplossing

kunnen ontwarren

midden in mijn pentagram

of op de omtrek

van mijn oneindige cirkel?



welke rituelen

blauw wijnrood zwart of wit

zullen het zoeken

naar mijn utopia

mogelijk maken

en mij wijsheid verschaffen?



of blijft ik achter

zonder kracht

bij het inglijden van de zon

in de nacht

die te plots eeuwig wordt?



met moker en beitel

moet ik

opnieuw leren kappen

naar schoonheid toe


orde


ik spuw de letters

op een te wit

blad



spijker ze op een kruis



krampachtig hunkerend

naar samenhang





onmogelijk

om de heersende chaos

in mijn getormenteerde

rommelige kop

die de onopgeloste vragen

niet meer kan schikken

te ordenen



de ouderdomsvlekken

op de rug van mijn hand

waarvan de gekromde vingers

de moker krampachtig

omklemd houden

worden opengereten



terwijl doffe gensters

uit mijn granieten

vermoeide

hersens

geslagen worden





daar

waar dromen elkaar

omarmen

zoek ik moedeloos

naar een verlossend woord

dat een gespeld gebaar

verklaart


dagdroom


roestige zonnestralen

ketenen het skelet

naast mijn schrijftafel

aan mijn bureaustoel



blauwig weerkaatst

het verschaald behang

in de doorzichtige spiegel

waarin het plafond opfleurt



volle middag

kondigt de hees

klinkende kerkklok

van op het belfort aan



de kaarsen schitteren

om licht

aan de beginnende arbeid

te geven



oefening baart kunst

ook bij het kappen

met een moker

op een botte beitel



gedachteloos

probeer ik

op te gaan

in het fascinerend rituaal



totdat

bij volle middernacht

de realiteit

weer ontwaakt


zomerzonnewende


wanneer de poort van de goden

gesloten wordt

en het licht

geen schaduw meer heeft

is er amper nog nacht



het ogenblik waarin alle eeuwigheid is vervat

het eeuwige tegenwoordige

met noch tijd

noch ruimte

is



witte rozen worden gekoesterd



vuren worden

ontstoken

als schimmen van

hoop

de vlammen als bron van leven

worden geboren

in liefde



Vivaldi weerklinkt

als het afscheid

voor de welverdiende rust

met een blik

een handdruk

een omhelzing

wordt bezegeld



en wanneer de natuur

opnieuw ontwaak

en de poort van de mensen

ontsloten is

keren we terug

en

zullen opnieuw vruchten uit

onze arbeid

leren putten

herinneringen


jullie tekenden voor ons

het labyrint

beitelden jullie merk

in de harde steen

met vaste hand

een groots plan voor ogen



jullie arbeid

staat geregistreerd en gegrift in ons merkmeesterboek

gebeiteld op onze ziel

in ons geheugen



met broederlijke dankbaarheid

stijgen deze herinneringen zwevend

naar onze geest

om samen te smelten

in het gedeelde

geheel

steen


steen





een steen

mijn steen

onze steen

de sluitsteen



een merkteken

mijn merkteken

ons merkteken



de zon wordt lui

de arbeid is voltrokken

of niet?



de tijd

van het volle licht

komt terug



maar nu zoek ik een lege plek

om te rusten



het geheim

mijn geheim

ons geheim

bewaar ik

veilig

in mijn hart